Schrijven

Eerste zinnen-tag

Door mijn schrijfvriendin Merel De Keyzer werd ik getagd in een uitdaging over eerste zinnen van oude schrijfprojecten. De bedoeling is dat ik eerste zinnen van verschillende verhalen noem om mezelf vervolgens uit te lachen. Daar ben ik sowieso wel vrij goed in, dus laat ik je eens het verhaal achter een aantal van mijn eerste zinnen vertellen.

Familie Beers zit aan tafel te eten.

Dit was de eerste zin van mijn allereerste verhaal ooit. Oké goed, voor die tijd had ik weleens verhalen van twee pagina’s geschreven en ik leefde me ook altijd uit met opstellen voor school, maar dit was de eerste keer dat ik echt bewust een verhaal ging schrijven. Ik was elf jaar oud en begon ermee omdat ik me op school verveelde in de laatste weken van groep acht. Het ging over een tweeling die ging verhuizen. Er zat verder geen verhaallijn in, want op die leeftijd had ik nog niet door dat zoiets essentieel was voor een goed verhaal.

Help, mijn vader en moeder willen naar Amerika verhuizen!

Als er een moment is in deze blogpost om mezelf uit te lachen dan is het dit. Deze zin schreef ik ergens rond november 2005, dus toen ik veertien was. Volgens mij was dit het eerste verhaal dat ik schreef naar aanleiding van een droom. In die droom ging een deel van mijn familie (ik weet niet meer wie precies, maar het was een aparte combinatie) naar New York verhuizen. De volgende dag besloot ik daar een verhaal over te schrijven. Het ging over een meisje dat tegen haar zin in naar New York verhuist. Aangezien ik veertien was, nog nooit buiten Europa was geweest en geen idee had hoe het is om in een stad te wonen, is dit verhaal enorm onrealistisch. Maar goed, ik bleef er in ieder geval door schrijven dus het heeft wel een bijdrage geleverd aan mijn ontwikkeling als schrijver.

Ik wil beroemd worden.

Deze zin komt uit mei/juni 2006. Ik was dus nog steeds veertien. Het verhaal in kwestie zweeft mogelijk nog ergens rond op internet, aangezien ik het in 2008 heb geplaatst op een site waarvan ik de naam niet meer weet. Ik weet overigens ook niet meer wat de titel was. Het ging over een zestienjarig meisje dat graag beroemd wil worden. Ze besluit mee te doen aan ‘Lingo’ en zichzelf van daaruit verder in de kijker te spelen. Uiteindelijk mondde dit uit in een zevendelige serie (waarvan ik het laatste deel helaas ben kwijtgeraakt) die superonrealistisch was maar wel heerlijk om te schrijven.

Zodra de zoemer gaat, schuif ik mijn stoel met een ruk achteruit en haast me het lokaal uit.

Toegegeven, dit is niet de eerste zin van de eerste versie van dit verhaal. Dit is eerder de vijfde (onafgemaakte) versie. Toevallig ben ik eergisteren begonnen met weer een nieuwe versie, dus het is maar de vraag hoe lang deze standhoudt. Goed, terug naar het verhaal. Dit was wat ik beschouw als mijn eerste serieuze verhaal. Het had om en nabij de 54.000 woorden en ik schreef het tussen 10 augustus en 10 oktober 2009. Tevens was dit het verhaal waarbij ik begon in te zien dat een verhaallijn toch wel iets essentieels was. Ik was inmiddels achttien, dus dat werd wel tijd.

Misschien brengt die nieuwe broek die ik aan heb wel geluk, ondanks dat het zwarte leer weinig ruimte overlaat om te ademen. 118223582-352-k670814

Dit is ook geen eerste zin van een eerste versie. Wel die van de laatste twee/drie versies. Dit verhaal heet ‘Trauma’s van een popprinses’, maar staat ook wel bekend als mijn levenswerk. Ik begon aan de eerste versie op 22 maart 2010. Volgend jaar ga ik dus het historische punt bereiken dat ik tien jaar bezig ben met een verhaal en nog steeds geen definitief voltooide versie heb. Ik weet niet of ik hier trots op moet zijn of niet. Het verhaal gaat over het negentienjarige tienersterretje Annick. Op haar zestiende heeft haar toenmalige vriendje misbruik van haar gemaakt. Drie jaar later hoopt ze eindelijk weer in staat te zijn om een relatie te beginnen. Fun fact: het is een new adult, terwijl dat genre voor zover ik weet nog helemaal niet bestond in 2010.

Het was niet zo dat ik per se herkend wilde worden op straat of een excuus nodig had om te allen tijde een zonnebril op mijn hoofd te zetten.

Dit verhaal heeft ook heel lang de stempel van levenswerk gehad. Het heet ‘Soundtrack van mijn rocksterleven’ en gaat over de zestienjarige Britt die het graag wil maken in de muziekwereld. Haar hele leven verandert als ze een nummer schrijft over het meisje op wie ze verliefd is. Opvallend is dat dit verhaal in de verleden tijd geschreven is, iets wat ik normaal nooit doe.

We zijn nog geen vier uur alleen thuis en ik verveel me nu al.

Deze eerste zin komt van een verhaal genaamd ‘Road trip’. Het gaat over vijf meiden die spontaan besluiten samen door Europa te trekken. Allemaal hebben ze hun eigen reden om mee te gaan. Dit verhaal is bijzonder voor me omdat ik dolgraag ooit iets wilde schrijven over de band tussen vijf meiden die samen zijn opgegroeid en elkaar als zussen beschouwen. Dit zijn ze overigens deels ook; de personages Elin en Julia zijn zussen van elkaar en de personages Norah, Zoey en Rowan zijn ook zussen. Ik ga echter nooit meer iets met dit verhaal doen, onder andere omdat er een eetstoornis in zit en ik me niet de juiste persoon voel om hierover te schrijven.

2Als je het mij vraagt is zeventien een behoorlijk nutteloze leeftijd.

Zie hier de eerste zin van ‘Sisters in crime’. Dit verhaal werd uiteindelijk een trilogie die zeer leuk was om te schrijven. Het gaat over de Brits-Nederlandse zusjes Lee, Connor en Sydney die dankzij hun ouders voor de geheime dienst gaan werken. De personages waren echt geweldig om over te schrijven, maar ik merkte wel dat criminaliteit niet echt mijn onderwerp was. Ik moest echt moeite doen om te verzinnen met welke zaken de zusjes zich bezig konden houden. Daarom denk ik ook niet dat ik nog ooit iets met deze serie ga doen.

Het is niet moeilijk om ongemerkt uit bed te stappen aangezien ik me niet eerst onder een laken uit hoef te worstelen.

O, de herinneringen. Deze zin is afkomstig uit ‘De hoofdprijs’, het eerste deel van de Uitverkoren-trilogie. Het was de eerste keer dat ik een dystopie schreef en voor mijn gevoel heeft dit verhaal ontzettend veel betekend voor mijn ontwikkeling als schrijver. Het is jammer dat het zo veel lijkt op ‘De Hongerspelen’, anders had ik hier misschien nog wel wat mee kunnen doen.

‘Eend of konijn?’

Deze beginzin moest ik gewoon noemen omdat het verhaal letterlijk is begonnen dankzij deze zin. Dankzij het eerste woord om precies te zijn. Ik was het derde deel van de hierboven genoemde Uitverkoren-trilogie aan het herschrijven toen ik een typefout maakte en er ineens ‘eend’ stond. Hoe mijn fantasie daarmee aan de haal ging, weet ik niet meer, maar plotseling was ik het verhaal aan het schrijven dat later ‘Pastinaakpuree’ zou worden. Het is een best oppervlakkig verhaal met zwakke verhaallijnen, maar het is de flauwe humor waardoor ik zo veel plezier had aan het schrijven ervan.

Ik weet niet wat ik moet doen.

Geen heel bijzondere zin dit. Wat er voor mij echter wel bijzonder aan is, is dat het de eerste zin is van een fantasyverhaal. Dat lees je goed. Ik, als persoon die absoluut niks met fantasy heeft, heb in 2016 een fantasy geschreven. Ik hou er niet van omdat ik niet goed tegen dingen kan die niet echt (zouden kunnen) zijn. Het fantasy-element was dan ook redelijk zwak. Net als de verhaallijn overigens, wat de reden is dat ik hier nooit iets mee gedaan heb.

Ik heb een auto gestolen.

Als laatste de eerste zin van ‘Het museum van gevonden voorwerpen’. Dit is een young adult-verhaal dat als het goed is nog ooit als boek uitkomt, maar hier kan ik nog geen details over vertellen. Op dit moment zijn er proeflezers naar aan het kijken en daarna wil ik nog het een en ander aanpassen. Nog even geduld dus en dan kan iedereen lezen hoe het zit met de gestolen auto.

Dit waren twaalf eerste zinnen van verhalen die ik in de loop der jaren geschreven heb. Best leuk om terug te lezen. Ik zie zelf ook dat mijn schrijfstijl best simpel is, dus misschien moet ik eens een heel ingewikkelde eerste zin bedenken voor mijn eerstvolgende nieuwe verhaal 😉