Schrijven

Worldbuilding – hoe pak ik het aan

In 2014 schreef ik mijn eerste dystopische verhaal en ik wist meteen dat er nog vele zouden volgen. Dit gaat natuurlijk nooit zonder voorbereiding. Om een verhaal te schrijven dat zich afspeelt in een andere wereld, moet je ook dingen weten over die wereld. Momenteel schrijf ik voor Camp NaNoWriMo weer een nieuwe dystopie en in dit artikel vertel ik je aan de hand van dat verhaal hoe ik het worldbuildingproces aanpak. 

Elk verhaal begint met een flintertje, zoals ik het altijd noem. Dat ene moment van inspiratie waar uiteindelijk je hele verhaal aan opgehangen wordt. In dit geval was dat de naam van de hoofdpersoon. Hoe ik op haar voornaam ben gekomen weet ik niet meer, maar ik weet wel dat ik een uur later op een gebouw een geschikte achternaam voor haar zag staan. Ook wist ik al wat voor soort gebeurtenis er in het begin van het verhaal moest plaatsvinden.

IMAG0893.jpg

Wanneer er een flintertje inspiratie is, kan het uitwerken beginnen. Als eerste bedenk ik meestal de geografische locatie. Voor het komende verhaal had ik oorspronkelijk Noord-Italië in gedachten, maar uiteindelijk zag ik mijn hoofdpersoon daar toch niet wonen. Daarom ben ik honderd kilometer naar het westen uitgeweken. In Frankrijk leek de hoofdpersoon veel beter tot haar recht te komen en dus speelt het verhaal zich af in een toekomstige versie van Frankrijk. De locatie is belangrijk omdat je dan bijvoorbeeld weet of er hoge bergen of rivieren in de buurt zijn, en wat het klimaat van dat gebied is. Dit helpt bij het geven van een waarheidsgetrouwe beschrijving van de plek waar het verhaal zich afspeelt.

Hierna gaat zo’n beetje alles door elkaar lopen bij mij. In dit geval had ik dus al een naam voor de hoofdpersoon en ik wist heel vaag waar het verhaal over moest gaan. Toen ben ik een beetje research gaan doen naar het onderwerp van het verhaal om met een duidelijker idee voor een beginincident te komen. Daarna kon ik bedenken wat voor personages er allemaal voor nodig waren.

Langzaam maar zeker bedacht ik steeds meer dingetjes voor in het verhaal. Dit proces van rijping van het idee vind ik leuk omdat inspiratie overal vandaan komt. Zo ging ik nadenken over de kleding die de personages dragen dankzij iets wat ik las in een puzzelboekje. In deze fase richt ik me dus niet op een specifiek ding, maar neem ik goed mijn omgeving in me op en bedenk ik of ik iets kan gebruiken. Dit is dan ook de fase waarin ik vaak dromerig voor me uit zit te staren, wat in de praktijk inhoudt dat ik bedenk hoe ik bepaalde elementen in mijn verhaal ga vormgeven.

Als je eenmaal een heleboel kleine flintertjes van ideetjes hebt verzameld, is het tijd om dingen verder uit te gaan werken. Dit is het moment voor verdere research. Over welke onderwerpen weet je nog niet genoeg om erover te kunnen schrijven? Wat doen de personages in hun dagelijks leven waar jij zelf geen ervaring mee hebt? Ik maak altijd een lijstje met onderwerpen waar ik research naar moet doen en die werk ik gewoon af. Hierbij is internet een dankbare bron vol informatie.

Daarna is het tijd om alles aan elkaar te gaan knopen. Je kunt nu personagesbeschrijvingen verder aanvullen en de plotwendingen in de goede volgorde zetten. Ook kun je de informatie over je land nog wat verder uitwerken. Ik vind dit zelf een lastige fase om te omschrijven omdat alle dingen in een verhaal zo met elkaar samenhangen en het niet in één bepaalde volgorde gaat. Het punt is in ieder geval dat ik na deze fase alles weet wat ik moet weten om te kunnen beginnen met schrijven.

Tijd om de eerste versie op papier te zetten! Onderweg kom ik steevast nog wat dingen tegen die nog niet helemaal goed uitgewerkt zijn, maar dat is niet erg. Soms werk ik het meteen verder uit, op andere momenten bewaar ik het voor tijden het herschrijven.

Dit is een worldbuildingstrategie die ik zelf gebruik. Heb jij nog andere strategieën? Laat ze me dan vooral weten in een reactie.